De Ross' gans (Chen rossii) is een kleine, witte gans die behoort tot de familie Anatidae. Het is een Noord-Amerikaanse soort die over het hele continent voorkomt, van Alaska en Canada tot Mexico. De Ross' gans is kleiner dan de Sneeuwgans, die nauw verwant is. De Ross' gans is ongeveer 20-26 centimeter lang en heeft een spanwijdte van ongeveer 50 centimeter.
De Ross' gans heeft een opvallend uiterlijk met zijn witte verenkleed en zwarte snavel. Tijdens het broedseizoen hebben volwassen Ross' ganzen een roodroze vlek op hun snavel en poten. Deze soort wordt vaak verward met de sneeuwgans, die een vergelijkbare kleur heeft maar groter van formaat is.
Ross' ganzen broeden meestal in de Arctische gebieden van Noord-Amerika tijdens de zomermaanden en trekken in de herfst zuidwaarts naar hun overwinteringsgebieden in het zuiden van de Verenigde Staten en Mexico. Ze reizen in grote groepen die kunnen oplopen tot enkele duizenden vogels.
Deze vogels voeden zich voornamelijk met grassen en sedges, hoewel ze ook gewassen als tarwe, rijst en maïs eten. Tijdens de wintermaanden voeden Ross' ganzen zich met de wortels van waterplanten en kleine ongewervelde dieren.
De staat van instandhouding van de Ross's gans werd ooit bedreigd door de jacht, verlies van habitat en klimaatverandering. Beschermingsmaatregelen zoals beschermde broedgebieden, vermindering van de jacht en inspanningen om wetlandhabitats te behouden, hebben echter bijgedragen aan het herstel van deze soort.
Over het algemeen is de Ross' gans een fascinerende vogel vanwege zijn unieke uiterlijk en gedrag, zoals de seizoensgebonden migratie en het zwermen. Ze spelen een belangrijke rol in hun ecosysteem als zaadverspreiders en door de vegetatie in hun broedgebieden vorm te geven.