De askopgans, wetenschappelijk bekend als Chloephaga poliocephala, is een middelgrote vogelsoort die behoort tot de Anatidae familie. Ze komen voornamelijk voor op het zuidelijk halfrond, met name in het zuiden van Chili en Argentinië, en staan bekend om hun opvallende asgrauwe kopkleuring, die hen onderscheidt van andere ganzensoorten.
Deze vogels zijn meestal tussen de 50 en 60 cm lang en hebben een spanwijdte van ongeveer 90 tot 100 cm. Ze zijn seksueel dimorf, wat betekent dat mannetjes en vrouwtjes verschillende fysieke kenmerken hebben. Mannelijke askopganzen zijn meestal groter dan vrouwtjes en hebben een meer uitgesproken nek en kop.
Deze vogels kunnen zich aanpassen aan verschillende habitats, waardoor ze een groot aanpassingsvermogen hebben. Ze staan erom bekend dat ze in open velden, wetlands, rivieroevers en zelfs hooggelegen weilanden leven. Ze geven de voorkeur aan grasvlakten in de buurt van waterbronnen zoals rivieren, meren en beken.
Asganskoppen zijn herbivoren en voeden zich voornamelijk met gras, riet en af en toe met zaden en bladeren. Tijdens het broedseizoen bouwen ze nesten in de graslanden en leggen ze tot vijf eieren, die na 25 tot 28 dagen uitkomen. Beide ouders delen de verantwoordelijkheid voor het uitbroeden van de eieren en het verzorgen van de jongen.
Hoewel Ashy-kopganzen niet als wereldwijd bedreigd worden beschouwd, nemen hun aantallen af, voornamelijk door habitatverlies als gevolg van landbouw en stedelijke ontwikkeling. Bovendien wordt er vaak op deze vogels gejaagd voor hun vlees, dat in sommige gebieden als delicatesse wordt beschouwd.
De askopgans heeft zich goed aangepast aan de veranderende omgeving, maar het is essentieel om maatregelen te nemen om hun habitat te beschermen en de jacht onder controle te houden om hun populatie in stand te houden. Behoudsmaatregelen zoals het creëren van beschermde gebieden en bewustwordingscampagnes kunnen een grote bijdrage leveren aan het welzijn van deze vogels en andere vogelsoorten wereldwijd.