De zwarte zwaan is een grote watervogel met opvallende zwarte veren en felrode ogen. Hij komt oorspronkelijk uit Australië, maar is ook geïntroduceerd in verschillende andere landen, waaronder Nieuw-Zeeland, Europa en Noord-Amerika. De mannelijke en vrouwelijke Zwarte Zwanen zien er bijna identiek uit, maar de mannetjes zijn iets groter. Een volwassen Zwarte Zwaan kan tot 8 kilogram wegen en een spanwijdte van 2 meter hebben.
De zwarte zwaan is een allesetende vogel die zich voedt met verschillende waterplanten, insecten en kleine vissen. Hij staat er ook om bekend dat hij op het land graast en wordt vaak gezien terwijl hij zich voedt met gras en andere vegetatie. De zwarte zwaan is een sterke en sierlijke zwemmer en kan ook lange afstanden vliegen. Hij heeft het unieke vermogen om direct vanuit het water op te stijgen, geholpen door de sterke en krachtige vleugelslagen.
Net als de meeste zwanen is de zwarte zwaan een sociale vogel en wordt hij vaak gezien in paren of kleine zwermen. Tijdens het broedseizoen, dat loopt van maart tot september, voert het mannetje een uitgebreide balts uit waarbij hij zijn kop en nek in en uit het water doopt, terwijl hij ook met zijn vleugels slaat en luide kreten slaakt. Het vrouwtje kiest dan een mannetje uit om mee te paren en samen bouwen ze een groot drijvend nest van riet, stokken en andere vegetatie.
De zwarte zwaan is een belangrijk icoon geworden in de Australische cultuur en komt veel voor in de kunst, literatuur en zelfs op het wapenschild van het land. De serene maar opvallende verschijning van de vogel heeft hem tot een populair onderwerp voor fotografie gemaakt en hij is vaak te vinden in openbare parken en tuinen.
Ondanks zijn populariteit wordt de zwarte zwaan met verschillende bedreigingen geconfronteerd, zoals het verlies en de achteruitgang van habitats, vervuiling en klimaatverandering. Er worden pogingen ondernomen om deze prachtige vogelsoort te beschermen en te behouden zodat ook toekomstige generaties ervan kunnen genieten.