De witvleugelkotter (Melanitta fusca) is een grote zee-eend die behoort tot de familie Anatidae. Deze vogels leven vaak in zee- en kustgebieden, vooral op het noordelijk halfrond, waaronder Alaska, Canada en Rusland.
De witvleugelcoter heeft een zwart lichaam met witte vlekken op de vleugels, die zichtbaar zijn tijdens de vlucht. Hij heeft ook een bolle snavel die de mannetjes geel met een zwarte knobbel hebben en de vrouwtjes donkergrijs. De grootte van het lichaam, de vorm van de snavel en de kleur van het verenkleed onderscheiden hem van andere zwarte zee-eenden.
Witvleugelmeeuwen voeden zich met vis, weekdieren en schaaldieren, duiken tot 60 meter diep en blijven maximaal een minuut onder water. Tijdens het broedseizoen bouwen ze nesten in kwelders of op de grond in relatief droge omgevingen. Het broeden duurt ongeveer een maand en zodra de kuikens uit het ei komen, kunnen ze vrijwel meteen zwemmen en eten.
De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN als Minst Zorgwekkend, omdat er wereldwijd meer dan 100.000 individuen zijn. Ondanks de stabiliteit van de populatie worden witvleugelkoters met verschillende bedreigingen geconfronteerd, waaronder olielekkages, plasticvervuiling van de oceaan en verlies en achteruitgang van habitats. De vogels zijn ook kwetsbaar voor de jacht, hoewel ze nu in verschillende landen een beschermende status hebben.
Samenvattend is de witvleugelmeeuw een bijzondere en fascinerende vogel. Zijn grote formaat, opvallende zwart-witte tekening en interessante voedingsgewoonten maken het een intrigerende soort om te observeren en te bestuderen. De risico's voor zijn voortbestaan moeten echter worden aangepakt om zijn voortbestaan in onze mariene ecosystemen te garanderen.