De kleine reiger (Rhea pennata) is een grote, loopvogel die voorkomt in Zuid-Amerika. Hij wordt ook wel Darwins Rhea genoemd, omdat het een van de soorten was die Charles Darwin tegenkwam tijdens zijn reis naar de Galapagoseilanden.
De soort is nauw verwant aan de grote karekiet en de twee soorten werden ooit als hetzelfde beschouwd. Nu worden ze echter erkend als aparte soorten vanwege verschillen in grootte, habitat en gedrag.
De kleine rif komt voor in graslanden, struikgewas en open bossen in Argentinië, Bolivia, Chili en Peru. Het is een sociale vogel die groepen tot 30 individuen vormt en hij voedt zich voornamelijk met grassen, bladeren en kleine ongewervelden.
De kleine karekiet is ongeveer 90 cm groot en kan tot 25 kg wegen. Hij heeft een bruingrijs gevederd lichaam en een lange nek, vergelijkbaar met die van een struisvogel. Hij heeft ook een opvallende witte vlek op zijn keel.
De soort is monogaam, waarbij het mannetje en vrouwtje om beurten de eieren uitbroeden en voor de jongen zorgen. Vrouwtjes leggen meestal ongeveer 10 eieren in een ondiep nest op de grond en het duurt ongeveer 35 dagen voordat de eieren uitkomen.
De kleine karekiet wordt bedreigd door habitatverlies, jacht en de introductie van uitheemse soorten zoals honden en katten. Hij staat echter op de lijst van minst zorgwekkende soorten van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) vanwege zijn grote verspreiding en relatief stabiele populatie.
Over het algemeen is de Kleine Karekiet een fascinerende vogel die een belangrijke rol speelt in de ecosystemen van Zuid-Amerika. Zijn unieke uiterlijk en gedrag maken het een fascinerend onderwerp voor onderzoekers en vogelliefhebbers, en er moeten inspanningen worden gedaan om deze soort en zijn habitat voor toekomstige generaties te beschermen.