De Garganey vogel (Spatula querquedula) is een klein en kleurrijk lid van de eendenfamilie. Ze staan ook bekend als zomertaling en hun wetenschappelijke naam komt van hun kenmerkende blauwgroene speculumveren. Deze vogels trekken door Europa en Azië en brengen hun zomers door met broeden in zoetwatermoerassen, vijvers en meren, en hun winters in wetlands en rijstvelden in Afrika, India en Zuid-Azië.
Het mannetje heeft een opvallend broedkleed, met een kastanjekleurige kop, een witgestreepte nek en een blauwgrijs lichaam met ingewikkelde zwart-witte spikkels op de flanken. Het vrouwtje is veel doffer, met een bruin algemeen verenkleed en een donkere oogstreep. Deze eenden zijn omnivoren, die zich voornamelijk voeden met waterplanten, zaden en insecten zoals libellen, kevers en slakken.
Garganeys zijn sociale vogels en vormen vaak grote zwermen tijdens de trek en overwintering. Tijdens het broedseizoen zijn de mannetjes echter territoriaal en zullen ze hun nestplaats en partner agressief verdedigen. Ze bouwen hun nesten op de grond in de buurt van water, meestal verborgen door vegetatie of in kleine gaten of depressies. Het vrouwtje legt 7-12 eieren, die na ongeveer 3-4 weken uitkomen. De eendjes zijn precociaal en kunnen lopen en zwemmen binnen een paar uur na het uitkomen.
Garganeys worden door de International Union for Conservation of Nature (IUCN) beschouwd als een soort die de minste zorgen baart, maar hun populaties nemen af door verlies van habitats, aantasting en de jacht. Ze zijn ook kwetsbaar voor vervuiling door pesticiden en zware metalen. De inspanningen voor het behoud omvatten de bescherming van wetlandhabitats en de vermindering van de jachtdruk tijdens de migratie en overwintering.
Samengevat is de Garganey een prachtige en fascinerende soort die een belangrijke rol speelt in het ecosysteem als verspreider van zaden en insecten. Hun unieke trekgedrag en broedgewoonten maken ze tot een intrigerend onderwerp voor vogelaars en natuurbeschermers.