Het auerhoen, ook wel boshoen genoemd, is een grote vogel die behoort tot de familie van de korhoenders. Hij is inheems in de naaldbossen van Europa en Azië, en komt vaak voor in Scandinavië, de Alpen en de Karpaten.
Het mannetje is groter dan het vrouwtje, ongeveer 75-85 cm lang en weegt tot 6 kg. Het verenkleed van het mannetje is overwegend donker met iriserende groene en paarse veren op de nek en schouders. Het vrouwtje daarentegen heeft een bruinachtig verenkleed met zwarte en witte vlekken. Jonge Capercaillies hebben een roodbruin verenkleed.
Deze vogels zijn strikt bosvogels en ze hebben grote gebieden van volgroeide naaldbossen met struiken, mossen en korstmossen nodig voor voedsel en dekking. Ze zijn overdag actief, vooral 's ochtends en 's avonds, en voeden zich met knoppen, bladeren, bessen en insecten. Ze staan ook bekend om hun opvallende paringsdemonstratie, waarbij mannetjes tijdens het broedseizoen een baltsdans uitvoeren en een aparte roep produceren om vrouwtjes aan te trekken.
Westelijke auerhanen zijn monogaam en broeden in de lente. Het vrouwtje legt ongeveer 7 tot 10 eieren die na ongeveer 24 dagen uitkomen. De kuikens worden verzorgd door het vrouwtje en kunnen binnen een paar weken zelfstandig vliegen en eten.
Helaas zijn de populaties van het auerhoen afgenomen door verlies van habitat en versnippering, als gevolg van menselijke activiteiten zoals houtkap en landontwikkeling. Andere factoren zijn ziekte, predatie en jacht. Om de populatie te beschermen zijn er inspanningen gedaan om de soort te behouden, waaronder herstel en bescherming van de habitat en strenge regels voor de jacht.
Samenvattend is het auerhoen een belangrijke bosvogel en een cruciaal onderdeel van bosecosystemen. Hun unieke gedrag, opvallende verenkleed en habitatvereisten maken van hen een belangrijke soort om te behouden.